Pixlr Editor B1

Kennismaking met Pixlr






In deze les leer je hoe het programma er uit ziet, hoe de schermen werken en je leert wat tools (gereedschappen) kennen. In deze opdracht ga je dus vooral nog ontdekken wat het programma is en hoe het werkt. Je gaat al een afbeelding openen en wat functies uit proberen, maar het gaat er vooral om dat je snapt hoe het programma in elkaar zit.


Voorkennis

Geen. Iedereen kan met deze opdracht beginnen.

Tijd voor deze opdracht

100 min

Wat kun je na deze opdracht

  • Je kan de vier hoofdvensters in de layout van Pixlr aanwijzen
  • Je kan uitleggen wat de functie is van het gereedschappenvenster
  • Je kan uitleggen wat de functie is van het geschiedenisvenster
  • Je kan uitleggen wat de functie is van het navigatievenster
  • Je kan uitleggen wat de functie is van het lagenvenster
  • Je kan minimaal vier tools (gereedschappen) noemen en uitleggen wat ze doen
  • Je kan uitleggen waarom je rechtenvrij materiaal moet gebruiken in je opdrachten
  • Je kan uitleggen wat Pixels zijn
  • Je kan uitleggen wat de resolutie is van een afbeelding
  • Je kan uitleggen wat filters zijn
  • Je kan minimaal vier type filters benoemen en uitleggen wat ze doen
  • Je kan de "vrije transformatie" functie toepassen in Pixlr
Te behalen punten1


https://pixlr.com/old/editor/


Let op: In de teksten en filmpjes wordt de uitleg gegeven. In de blauwe opdrachten staat beschreven wat je zelf moet uitvoeren. Lees goed!


1. Inleiding

Foto’s afbeeldingen bestaan vooral uit beeldpuntjes, ook wel pixels genoemd. De grootte van een pixel is bij elke afbeelding verschillend. Hoe kleiner de pixels zijn hoe beter de kwaliteit van de afbeelding is.

Het aantal gebruikte pixels in een afbeelding noemen we ook de resolutie van een afbeelding. Je merkt het vaak als je een afbeelding van het web haalt en je wil deze vergroten dat je dan in de problemen komt. Je afbeelding wordt dan vaak wazig. Dat komt omdat de afbeelding veel te weinig pixels bevat.

De resolutie wordt uitgedrukt in: "het aantal pixels in de breedte" x "het aantal pixels in de hoogte". Zo kan een afbeelding bijvoorbeeld een resolutie hebben van: 1280 x 1024 pixels. Hoe groter de resolutie, hoe meer pixels, hoe scherper de afbeelding.


Tip: Voor het bewerken van foto's is het handig dat je een afbeelding kiest met een zo groot mogelijke resolutie (bijvoorbeeld minimaal 1000x1000 pixels), zodat je foto ook na het bewerken mooi scherp blijft.


1.1 Gratis foto's en auteursrecht

Je mag als je iets na-maakt niet zomaar overal foto’s gaan halen, de meeste afbeeldingen op het internet zijn helemaal niet rechtenvrij te gebruiken! Gebruik daarom altijd "rechtenvrij materiaal", die foto’s mogen wel gebruikt worden, natuurlijk zijn de beste foto’s altijd betalend, maar als je een beetje rond zoekt vind je ook genoeg mooie gratis afbeeldingen.

Klik hier voor een lijst van websites waar je gratis foto's kunt vinden.


Opdracht 1

  • Zoek 2 (gratis) afbeeldingen met ongeveer dezelfde grootte (resolutie)
  • Sla deze afbeeldingen op in een map op je Google Drive


2. Aan de slag met Pixlr


Bekijk eerst onderstaand filmpje om een idee te krijgen hoe Pixlr er uit ziet. Deze video is puur informatief. Je hoeft dus nog niet mee te doen met de video.




Om naar Pixlr te gaan ga je https://pixlr.com/old/editor/. Als je van plan bent om deze website regelmatig te gebruiken voeg je die best toe aan je bladwijzers of favorieten. 


Let op: Er zijn verschillende versies van Pixlr. Wij gebruiken Pixler Editor (Niet Pixlr R of Pixlr E).



2.1 Werkomgeving

Hieronder wordt uitgelegd hoe de werkomgeving van Pixlr er uit ziet.


  1. Het hoofdmenu: Hier kan je alle functionaliteiten van het programma terugvinden. Tip: Via het menu-item "taal" kun je de taal wijzigen naar Nederlands.
  2. Gereedschappen opties: Links vind je de verschillende tools waarmee je een foto kan bewerken.
  3. Navigator: Hier kan je mee in- en uitzoomen op je foto.
  4. Lagen: Je werkt niet met één blad waarop je tekent maar met meerdere lagen. Elke keer wanneer je iets gaat toevoegen of wijzigen, doe je dit best in een nieuwe laag. Lagen kan je van volgorde wisselen en afzonderlijk van elkaar verplaatsen. Let op dat je steeds in de juiste laag aan het werken bent.
  5. Geschiedenis: De geschiedenis onthoudt elke stap die je gedaan hebt. Zo kan je eenvoudig enkele stappen teruggaan als je iets fout hebt gedaan. Opgelet, Pixlr houdt enkel de laatste 15 stappen bij!


2.2  Afbeeldingen gebruiken

De online editor houdt nooit afbeeldingen bij, dit wil zeggen dat je telkens een afbeelding moet uploaden als je met Pixlr wil beginnen werken en dat je het resultaat van je werk telkens moet opslaan wil je dat niet kwijtraken.



2.2.1 Een foto van je computer gebruiken

Om een afbeelding te openen vanaf je computer doe je het volgende:

  • Klik op bestand – Open afbeelding
  • Selecteer op je eigen computer de afbeelding die je in Pixlr wil gebruiken.
  • Bevestig door op de knop Openen te klikken.



2.2.2 Beginnen van een blanco canvas

Om te beginnen met een lege (blanco) afbeelding ga je als volgt te werk:

  • Kies Bestand – Nieuwe afbeelding
  • Geef je afbeelding een naam
  • Bepaal de breedte en de hoogte (Let op de afmetingen zijn in pixels!) van je canvas.
  • Klik op OK





Opdracht 2

  • Open Pixlr Editor
  • Open één van de twee afbeeldingen die je hebt opgeslagen in opdracht 1


3. Een foto bewerken


3.1  Selecties

In de meeste gevallen wil je slechts een deel bewerken van je foto’s. Dit kan je door gebruik te maken van het selectiekader (rechthoeken of cirkels) of door met de lasso een vrije vorm te tekenen. Zo kan je een selectie maken in je foto en hier een effect op toepassen.

Kijk onderstaande video om te ontdekken welke selectietools er zijn.



3.1.1 Een selectie verwijderen

In de meeste gevallen kan je gewoon met je muiscursor naast je foto klikken. Een andere manier is via het hoofdmenu, daar vind je onder “Bewerken” de knop “Alles deselecteren” of CTRL-D.


3.1.2 Een selectie omkeren

Onder het menu “Bewerken” vind je de “selectie inverteren“ d.w.z. omkeren. Dit is een zeer handige functie die je veel zal gebruiken om je selectie om te draaien. Vb. Je hebt een persoon geselecteerd en je wil de achtergrond verwijderen, dan zal je eerst inverteren moeten kiezen alvorens je op delete drukt.



3.2  Effecten

Fotobewerkingsprogramma’s beschikken over veel ingebouwde effecten. Deze vind je terug in het hoofdmenu onder “Aanpassingen =>Filter”. Je kan meerdere effecten over elkaar toepassen. Opletten bij een selectie zal het effect alleen op de selectie worden toegepast.



3.3  Een afbeelding toevoegen als laag

Een foto toevoegen aan een andere foto doe je op volgende manier:

  • Klik in het hoofdmenu op “Laag”
  • Selecteer “Open afbeelding als laag” of “Open afbeelding URL als laag”
  • Selecteer een foto van je computer of voeg een URL van een afbeelding toe



3.4  Laag verkleinen of vergroten

Het formaat van een laag wijzigen doe je met de functie “Vrije transformatie”. Dit vind je terug in het menu bij “Bewerken”.

Opgelet: een afbeelding verklein of vergroot je altijd in verhouding, dit doe je door de SHIFT-knop ingedrukt te houden wanneer je de vierkantjes in de hoeken vastneemt en verplaatst.





3.5  Een foto bijsnijden

Soms is je afbeelding te groot of wil je slechts een deel van je afbeelding gebruiken. Dan kun je de afbeelding bijsnijden.


  • Open je foto en kies het gereedschap bijsnijden
  • Kijk nu bovenaan bij de opties en kies voor bovenstaande instellingen ingeval van een horizontale foto
  • Sleep nu met je muisaanwijzer de gewenste uitsnede
  • Dubbelklik met je linkermuisknop in één van de uitsnedevakjes




3.6  Aanpassen van helderheid en contrast

  • Open je foto
  • Kies “Aanpassingen => Helderheid en Contrast”
  • In het dialoogvenster kan je door middel van een schuifbalk de helderheid en het contrast verhogen of verlagen.




Opdracht 3

  • Maak een willekeurige selectie in de afbeelding (selecteer bijvoorbeeld een object of een gedeelte van de afbeelding) en pas een willekeurig effect toe. Let goed op wat er gebeurt.
  • Voeg de andere afbeelding toe als laag en verklein die laag, zodat beide lagen (afbeeldingen) goed zichtbaar zijn.
  • Pas ook de helderheid en het contrast aan. Let wederom goed op wat er gebeurt.


4. Gereedschappen/toolsHet paneel "Gereedschappen opties" in Pixlr

Aan de linkerkant vinden we de verschillende tools (de gereedschappen) waarmee we een foto kunnen bewerken. Wil je bv. de tekst toevoegen, zal je het knopje met de witte letter “A” moeten selecteren. Wil je met een kwast wat tekenen op je afbeelding, dan gebruik je de brush.


Een totaal overzicht van alle tools kun je hier vinden: https://www.plaatjes-bewerken.nl/pixlr/pixlr-editor/pixlr-basisgereedschap


Opdracht 4

  • Selecteer de natte vinger (Smudge) tool en probeer zelf uit wat deze doet.
  • Selecteer de Zwellen of Kneep tool en probeer uit wat deze doet.
  • Probeer zelf nog wat tools uit. Het gaat erom dat je probeert.



5. Je eindresultaat bewaren

Ben je klaar met je resultaat, dan wil je natuurlijk je foto goed kunnen opslaan. Belangrijk daarbij is dat je weet in welke formaten je kan opslaan.


5.1 Bestandsformaten

Voor fotobestanden worden verschillende bestandsformaten gebruikt. Hieronder de belangrijkste voor fotobewerking:

  • JPG (JPEG): JPEG is het meest gebruikte fotobestand formaat. JPEG bevat geen lagen of handelingen. Je slaat een afbeelding dus pas op als JPG wanneer je helemaal klaar bent met je ontwerp. Ook kan een jpeg afbeelding geen doorzichtige pixels opslaan (deze worden dan standaard wit gemaakt).
  • PNG: PNG slaat net zoals JPG geen lagen of handelingen op, maar kan wel doorzichtige/transparante pixels bevatten (zoals bijvoorbeeld logo's). Bij fotobewerking sla je een afbeelding op als PNG wanneer je wilt dat ook de doorzichtige pixels worden opgeslagen. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer je een voorwerp hebt uitgeknipt uit een achtergrond en dat voorwerp later in een andere afbeelding wil gaan gebruiken.

  • PXD: PXD is een formaat dat speciaal is ontworpen voor Pixlr Editor. Dit bestandsformaat slaat naast de afbeeldingsgegevens ook de afzonderlijke lagen en handelingen op die je hebt toegepast in je project. PXD is dus als het ware een Pixlr Project bestand. Wanneer je dus bezig bent met een PIXLR project met lagen en je wilt daar later aan verder werken, dan sla je de afbeelding op als PXD.


Belangrijk: Sla altijd je ontwerp op als .PXD. Pas als je klaar bent met je ontwerp en je wilt deze toevoegen aan je blog, dan sla je op als .JPG.


5.2 Bestand bewaren

Om je afbeelding te bewaren kies je:

  • Bestand
  • Bewaren

Vervolgens kun je kiezen in welk formaat je het bestand wilt bewaren.



Tip: Wil je de afbeelding bewaren als je nadien nog wil verder werken, dan kies je altijd als formaat PXD. PXD slaat namelijk de lagen en handelingen ook op!





Opdracht 5

  • Bewaar nu je resultaat als .PXD . Dit moet je altijd doen!
  • Bewaar de afbeelding nu ook als .JPG. Dit doe je alleen wanneer je klaar bent met je ontwerp.

(Sla je bestanden altijd op in de ITMD map in je Google Drive)




Wat moet er als resultaat in je blog?

  • Voeg de opgeslagen .JPG afbeelding toe in blog. Daarin moet te zien zijn dat je:
    • één van de twee afbeeldingen kleiner hebt gemaakt.
    • Effecten hebt toegepast op een selecteert deel van de afbeelding (beschrijf in je blog welk effect je hebt toegepast)
    • Wat tools hebt uitgeprobeerd (beschrijf in je blog ook welke tools je hebt geprobeerd)
    • Contrast en helderheid hebt veranderd.